of het nu een zoekopdracht op YouTube is, een verstuurde e-mail of een Facebook-bericht. Goede kans dat de handeling is verwerkt in een van de twee datacenters van TCN in Groningen of de Eemshaven. Om dat proces onafgebroken door te laten gaan wordt veel gevraagd op het gebied van technisch beheer.
Het is dat de naam ‘Data Hotel’ in gele letters op de gevel prijkt, anders zou je het datacenter in Groningen onmogelijk kunnen onder- scheiden van een willekeurig anoniem magazijn. “Ik noem het weleens een grote hal met techniek”, zegt Kees Loer van Zentrys, een bedrijf dat zich specialiseert in het onder- houd en technisch beheer van datacenters. “De esthetische waarde van een gebouw is bij een datacenter volstrekt ondergeschikt. Alles draait om functionaliteit. We beginnen met de techniek en daar zetten we een gebouw omheen”. Als technisch partner is Loer voor zowel de locatie in de Eemshaven als die in Groningen verantwoordelijk voor het technisch beheer van de datacenters. Dat doet hij samen met Joost de Hoog van CoSource, een adviesbureau in beheer en onderhoud. In Data Hotel Groningen geven ze een inkijkje in hun werkzaamheden.
Privacy
Het Data Hotel in de Eemshaven kreeg even landelijke bekendheid toen bekend werd dat de capaciteit er volledig door Google wordt ingenomen. Iets dat Loer en De Hoog nooit zullen bevestigen. Net zo min als ze veel loslaten over de klanten van Data Hotel Groningen. Privacy staat hoog in het vaandel. De klanten in Groningen zijn afkomstig uit de (Rijks)overheid, het onder-wijs en de verzekeringsbranche en bestaat verder uit beursgenoteerde bedrijven en serviceproviders van internetondernemingen. De Hoog legt uit dat er een belangrijk verschil is tussen datacenters en ander vastgoed. “Bij een datacenter wordt geen ruimte verhuurd, maar een dienst geleverd. We denken niet in m2, maar in kilowatt.”
99.9999 procent garantie
Alles staat in het teken van het draaiend houden van de opgestelde ICT-apparatuur.
24 uur per dag, geen seconde uitgezonderd. Loer: “Beschikbaarheid en betrouw-baarheid zijn de sleutelwoorden bij de datacenters. Wij bieden onze klanten een garantie van 99,9999 procent dat hun apparatuur blijft draaien. 99,9 procent is niet genoeg. Om dat te realiseren is het noodza- kelijk dat er altijd stroomtoevoer is en dat de datazalen continu gekoeld worden.”
Redundantie
Die zekerheid bouwen Zentrys en Co-Source in door te werken met redundante systemen. Dat betekent dat er voor de verschillende functies meerdere compleet onafhankelijke systemen zijn die elkaar kunnen vervangen bij een mogelijk storing of bij een onderhoudsbeurt. “Dat zie je terug in het hele proces. Zo staan hier zeven noodstroomgeneratoren die een eventuele stroomstoring kunnen opvangen.
Alle servers zijn aangesloten op twee onafhankelijke elektrische circuits. En ga zomaar door”, zegt Loer.
Onderhoudsplanning
De Hoog vult aan: “Die continue beschik-baarheid die wij waarborgen is het grootste verschil met het beheer van bijvoorbeeld een kantoorpand. Bij het inplannen van onderhoudsbeurten denken we altijd na over noodscenario’s. Niet alleen een plan B,maar ook een plan C en D. En we maken alle mensen die werkzaam zijn in het data-center bewust van de omgeving waarin ze werken. Je kan niet zomaar een ruimte betreden of iets uit- of anzetten. Bij elke stap moet worden nagedacht over de gevolgen en voor nagenoeg elke stap maken we een technisch draaiboek.”
Koeling
De servers staan opgesteld in zogenaamde ‘racks’. Ze geven gezamenlijk een enorme warmte af in de datazaal. Om ervoor te zorgen dat de apparaten goed blijven functioneren is een luchttemperatuur van 24 graden gewenst. Koeling is dus noodzakelijk. “Zonder koeling stijgt de temperatuur in de datazaal binnen no-time naar zo’n 50 °C en dan valt alles uit”, zegt Loer.
Drie grote koeltorens (wederom vanuit de redundantie-gedachte) zorgen ervoor dat de computairs (computer-airconditioners) in Data Hotel Groningen van gekoeld water worden voorzien. Vanuit de computairs blazen ventilatoren koele lucht onder de vloer van de data- zaal. Daar zin ‘koude gangen’ gecreëerd tussen twee rijen racks. In deze ruimten komt de koude lucht via geperforeerde tegels binnen. De zijkanten en bovenkant van de racks zijn afgesloten, wat zorgt voor een efficiënte luchtcirculatie. Aan de achterkant geven de servers dan hun warmte af in de ‘warme gang’. De warme lucht wordt aangezogen door de computairs en gecirculeerd.
Energie-efficiëntie
Om het energiegebruik van het Datacenter te verminderen zijn er allerlei technische voorzieningen doorgevoerd. Zo is het dak van Data Hotel Groningen in 2010 getransformeerd van zwart naar wit. De nieuwe reflecterende laag houdt warmte buiten en zorgt ervoor dat het minder gekoeld hoeft te worden. Ook in het beheer wordt er veel aandacht aan besteed. Dat neemt niet wegdat het datacenter nog altijd kampt met een warmteoverschot. “Daar kunnen we helaas nog weinig mee”, zegt De Hoog. “Omdat de energie laagcalorisch is, zal er een afnemer in de buurt moeten zijn. Momenteel komen we nog niet verder dan het verwarmen van ons eigen kantoor.”